Cases bespreken met Wat zou jij zeggen?

Intro

In een conflictsituatie telt elk woord. Wat je zegt — én hoe — kan olie op het vuur zijn of net een brug slaan. In deze activiteit oefenen deelnemers met het verwoorden van wat zij zouden doen in realistische conflictsituaties. Door de antwoorden van anderen te zien en daarop verder te bouwen, groeit niet alleen hun repertoire aan reacties, maar ook hun bewustzijn van nuance, effect en toon.

Doelen

• Ervaren hoe verschillend mensen eenzelfde conflictsituatie aanpakken

• Communicatiestrategieën verkennen en verfijnen via elkaars perspectieven

• Leren reflecteren op effecten van taal, toon en timing in conflictsituaties

• Gezamenlijke inzichten formuleren over wat werkt bij conflictcommunicatie

Groepsgrootte, Tijd & Setting

• Aantal: 9–24 deelnemers

• Tijd: 60 minuten

• Setting: Offline of online

Voorbereiding

• Bereid 3 tot 6 conflictcases voor (korte, herkenbare situaties van ±100 woorden)

• Of verzamel cases van de deelnemers door een aparte activiteit.

• Voorzie per case een werkblad of sjabloon met deze velden:

  1. Wat is het probleem?

  2. Wat zou je concreet zeggen in deze situatie? (max. 3 zinnen)

  3. Welke communicatieve valkuil zie je?

  4. Wat is het effect dat je beoogt?

• Print of zet de cases klaar in gedeelde digitale mappen (bij online sessies)

  
  

Stap-voor-stap

1. Individuele reflectie per case (2-5 min per case)

Deelnemers krijgen individueel één case (verspreid in de ruimte of via breakoutrooms bij online werkvorm).

“Lees de situatie en noteer voor jezelf kort: Wat zou jij in deze situatie zeggen?”Geen deling op dit moment – enkel individuele reflectie.

2. Groepsbespreking & gezamenlijke input (10 min per case)

In kleine groepen van 3–4 personen komt iedereen samen met dezelfde case. Ze vergelijken hun antwoorden en kiezen samen wat zij als groep zouden zeggen of doen.

Ze vullen gezamenlijk het werkblad in:

1. Wat is het probleem?

2. Wat zou je concreet zeggen in deze situatie? (max. 3 zinnen)

3. Welke communicatieve valkuil zie je?

4. Wat is het effect dat je beoogt?

   
   

3. Rotatie: doorwerken op andermans oplossing (10 min)

Elke groep krijgt nu een nieuwe case, die al besproken is door een andere groep.Ze lezen eerst wat de vorige groep schreef. Dan reflecteren ze (eventueel eerst individueel):

• Wat vinden wij van dit voorstel?

• Wat zouden wij anders zeggen of aanvullen?

• Wat zou hier het effect van kunnen zijn?

Ze voegen een tweede laag toe aan het werkblad: “Groep B denkt…”

Deze rotatie herhaal je eventueel nog een derde keer (afhankelijk van tijd en groepsgrootte).

Stap 4. Reflectie – Wat leren we van een andere case? (10 min)

Geef elke groep een derde (of vierde), nieuwe case die al twee keer besproken is.

Belangrijk: ze mogen niets meer toevoegen aan het werkblad.

In plaats daarvan bespreken ze:

• Wat herkennen we in de redenering van de andere groepen?

• Wat vinden we sterk in hun aanpak?

• Wat zouden wij zelf nooit zo doen — en waarom niet?

• Welke communicatieve principes zien we impliciet terugkomen?

De groep noteert 2 à 3 mondelinge observaties om mee te nemen naar de synthese.

5. Synthese & Presentatie (10 min)

Elke groep presenteert kort:

• 1 kernles uit de case

• 1 principe voor effectief omgaan met conflicten

  
  

6. Debriefing (5 min)

Plenair of in duo’s:

• Wat leer je van het bekijken van andermans aanpak?

• Waarin zaten grote verschillen?

• Welke communicatieve keuzes waren overtuigend voor jou?

• Wat verraste je in de aanpak van andere groepen?

• Hoe veranderde jouw eigen reactie door het werk van de anderen?

• Wat neem je mee over hoe je met conflict kunt communiceren?

  
  

Volgende stappen

• Koppel de formuleringen aan een feedback- of communicatiekader (zoals Geweldloze communicatie, het 4G-model of DESC)

• Laat deelnemers hun favoriete zinnen noteren of verzamelen in een “conflictwijzer”

• Gebruik dezelfde werkvorm later opnieuw met real-life cases van deelnemers

  
  

Variaties

• Online: Gebruik Google Docs of Miro-borden voor elke case, waarin groepen na elkaar schrijven en reageren

• Actiever: Laat de ‘beste zin’ plenair pitchen en stem over de sterkste communicatiekeuze per case

• Met tijdsdruk: Geef maar 5 minuten per rotatie voor extra focus en energie