Kennismaken met Beeldspraak
- ludonu
- 22 apr
- 2 minuten om te lezen
Intro
In Beeldspraak verkennen deelnemers hoe snel we betekenis geven aan wat we zien — en hoe noodzakelijk het is om die interpretatie expliciet af te stemmen.
Toepasbaar bij thema’s zoals:
Feedback geven en ontvangen
Omgaan met diversiteit
Klantgerichtheid en empathie
Intervisie en samenwerking
Leiderschap en zelfbeeld
Verbindende communicatie
Doelen (afhankelijk van de inhoudelijke invulling)
Bewustwording van hoe snel we interpreteren op basis van beperkt of visueel materiaal
Leren checken van aannames vooraleer conclusies te trekken
Oefenen met afstemmen, parafraseren en terugkoppelen
Inzicht krijgen in de eigen denkwijze en die van anderen
Groepsgrootte, Tijd & Setting
Aantal: 6–24 deelnemers
Tijd: 20–40 minuten
Setting: Offline (met kaarten of foto’s) of online (met digitale beelden of whiteboards)
Voorbereiding
Voorzie een verzameling van 30–60 beeldkaarten (Dixit, foto’s, illustraties, kunst…)
Leg per deelnemer een blanco kaart of notitievel klaar (of digitaal notitieveld)
Projecteer of geef instructies in stappen — zodat deelnemers zelfstandig per duo of trio kunnen werken
Stap-voor-stap
1. Reflectie – Beeld zegt iets over mij (3–5 min)
Kies een beeld dat voor jou iets uitdrukt over het centrale thema van vandaag.Schrijf op: “Dit beeld zegt iets over mij omdat…”Laat de uitleg nog even privé.
✳︎ Voor feedback gaat het bv. over hoe jij feedback geeft of ontvangt.
✳︎ Voor leiderschap: wat leiderschap voor jou betekent.
✳︎ Voor klantgerichtheid: wat jij belangrijk vindt in klantcontact.
2. Delen – Wat jij ziet… (10–15 min)
In duo’s (of trio’s bij oneven aantal):
De ene persoon toont zijn/haar beeld zonder uitleg
De ander zegt wat dit beeld hem/haar vertelt over de persoon:
“Als ik dit zie, denk ik dat jij misschien…”
Daarna onthult de eerste persoon zijn/haar echte betekenis
Samen bespreken ze kort:
“Wat was raak? Wat niet? Waar zat de verwarring?”
Wissel van rol. Bij voldoende tijd wisselen deelnemers ook van partner.
3. Synthese & Presentatie (5–10 min)
Laat duo’s/kleine groepen één inzicht of verwarring delen met de groep:
Wat verraste jou in hoe je beeld werd gelezen?
Wat leerde je over hoe je (onbewust) betekenis geeft aan wat je ziet?
Gebruik dit als opstap naar het hoofdthema van de opleiding.
4. Debriefing (5–10 min)
Kies 2 à 3 vragen voor plenaire reflectie of groepsgesprek:
Hoe vaak zat de interpretatie er (deels) naast?
Wat zegt dit over hoe we met elkaar communiceren?
Wanneer heb jij laatst iets verkeerd ingeschat door aannames?
Koppel optioneel aan een communicatieprincipe zoals: “Check voor je aanneemt.”“Interpretatie ≠ waarheid.”“Vraag, voor je spreekt.”
Volgende stappen
Verwijs tijdens de opleiding regelmatig terug naar deze activiteit bij communicatie, feedback of misverstanden
Laat deelnemers hun beeldkaart bijhouden als persoonlijk referentiepunt
Gebruik dezelfde structuur later opnieuw met andere beelden of woorden (bv. “Een beeld van mijn team”, “Een beeld van moeilijke samenwerking”)
Variaties
Online: Gebruik een Miro-, Jamboard- of PowerPoint-collage met afbeeldingen waaruit deelnemers kunnen kiezen
Tijdsdruk: Geef slechts 60 seconden om te interpreteren = bewustwording van impulsieve aannames
Met observator: In trio’s observeert de derde hoe er wordt geluisterd, geparafraseerd, gecheckt

