top of page

Fabel of feit? Verken samen je thema en ontkracht mythes

  • ludonu
  • 22 sep
  • 3 minuten om te lezen

Niet alles wat vanzelfsprekend klinkt, is ook waar. In deze activiteit gaan deelnemers op zoek naar het onderscheid tussen hardnekkige mythes en feitelijke inzichten. Aan de hand van enveloppen vol verleidelijke uitspraken, oefenen ze in kritisch denken en onderbouwen ze samen hun oordelen.


Doelen

  • Foutieve aannames en mythes identificeren en ontkrachten.

  • Begrip verdiepen van complexe of gevoelige thema’s.

  • Kritisch en onderbouwd redeneren stimuleren.

  • Deelnemers actief betrekken bij de inhoud via argumentatie.


Groepsgrootte, Tijd & Setting

  • 6 tot 30 deelnemers

  • 30–40 minuten

  • Offline of online (met breakoutrooms en gedeeld whiteboard)


Voorbereiding

  • Bereid 6 tot 12 uitspraken voor over het gekozen thema (bijv. leiderschap, feedback, beleid, communicatie...).

  • Zorg dat elke uitspraak ofwel een mythe, ofwel een feitĀ is, maar allebei overtuigend klinken.

  • Schrijf elke uitspraak op een apart kaartje en stop 3 verschillende kaartjes/uitspraken in elke envelop.

  • Voor online: maak slides of een whiteboard met ā€˜enveloppen’ die teams kunnen openen.


Stap-voor-stap


1. Reflectie

  • Verdeel deelnemers in kleine groepjes (3–4 personen).

  • Elk groepje krijgt ƩƩn envelop met 3 uitspraken.

  • Stap 1 (individueel):Ā Ieder groepslid leest de uitspraken en noteert per kaartje:

    • Is dit volgens jou een feitĀ of een mythe?

    • Waarom denk je dat?

    • Wat zou een argument vóór of tegen zijn?

    • Elke deelnemer stopt zijn/haar antwoorden in de envelop.

  • Stap 2:Ā Verzamel de kaarten, schud ze, en geef elke deelnemer een aantal kaarten van anderen.

  • Elke deelnemer kiest ƩƩn uitspraakĀ die hen triggert. Dat is de uitspraak waarmee ze aan de slag gaan in stap 2.


2. Delen

  • In de groep gaan deelnemers in gesprek over de uitspraak die ze gekozen hebben.

  • Ze delen of het een mythe of feit is volgens hen, onderbouwen dit, en vergelijken hun redeneringen.

  • Als er meerdere uitspraken in de groep zijn, kunnen ze in duo’s of trio’s verdiepen: wat is het juiste antwoord en waarom?


3. Synthese & Presentatie

  • De groep beslist samen voor elke uitspraak of het een mythe of feit is — Ć©n formuleert een korte uitleg waarom.

  • Ze noteren hun oordeel en motivatie op een indexkaart of whiteboard.

  • Plenaire presentatie: elke groep stelt ƩƩn of twee uitspraken kort voor en licht hun oordeel toe.


4. Debriefing

  • Welke uitspraken verrasten je?

  • Wat maakte het lastig om te oordelen?

  • Hoe herken je in jouw werk mythes die vaak voor waar worden aangenomen?

  • Wat helpt om daar beter mee om te gaan?


Volgende stappen

  • Verzamel de uitspraken en syntheses in een gedeeld document of op een muur.

  • Vraag deelnemers of ze zelf nog mythes kennen binnen hun domein.

  • Gebruik deze activiteit als opstart voor een verdiepend blok of een expertinterventie.


Variaties

  • Laat deelnemers zelf mythes en feiten aanleveren vooraf (anoniem).

  • Maak er een quizvorm van met stemkaartjes.

  • Combineer het met ā€œwaar of niet waarā€ bewegingsopdrachten (offline).

  • Online: gebruik polls of interactieve quiztools (Kahoot, Mentimeter) na de groepsdiscussie.


Voorbeelden van uitspraken


Thema: Autoritair vs. Verbindend Leiderschap


  1. ā€œEen goede leider moet de baas kunnen spelen, anders word je niet serieus genomen.ā€


  2. ā€œLuisteren naar je team betekent dat je als leider geen duidelijke koers durft uitzetten.ā€


  3. ā€œVerbindend leiderschap is vooral geschikt voor teams die al goed samenwerken.ā€


  4. ā€œIn crisissituaties is autoritair leiderschap meestal effectiever dan verbindend leiderschap.ā€


  5. ā€œEen leider die fouten durft toe te geven, verliest gezag.ā€


Thema: Veerkracht

  1. ā€œVeerkracht betekent dat je altijd positief blijft, wat er ook gebeurt.ā€


  2. ā€œMensen hebben een vast niveau van veerkracht. Dat kun je niet echt trainen.ā€


  3. ā€œEen beetje stress helpt je om veerkrachtiger te worden.ā€


  4. ā€œWie veerkrachtig is, heeft geen hulp nodig.ā€


  5. ā€œJe veerkracht hangt deels af van je omgeving.ā€


Zelf een activerende opleider worden? Check ons aanbod:

bottom of page