Vraagverkenners - ontdek wat er leeft in je groep
- ludonu
- 30 mei
- 2 minuten om te lezen
Een goed geformuleerde vraag is vaak meer waard dan een snel antwoord. In deze activiteit gaan deelnemers op onderzoek uit: welke vragen leven er rond een bepaald thema? Ze verkennen elkaars perspectieven, scherpen hun nieuwsgierigheid aan en maken de inhoud betekenisvoller voor zichzelf én voor elkaar.
Doelen
Lerende nieuwsgierigheid activeren.
Inhoudelijke thema’s benaderen vanuit wat deelnemers écht willen weten.
Laten zien dat verschillende invalshoeken bestaan rond één thema.
Input verzamelen die tijdens de training hergebruikt kan worden.
Groepsgrootte, Tijd & Setting
6 tot 24 deelnemers
30 minuten (eventueel opgesplitst over begin en eind)
Offline of online (via Whiteboard en breakoutrooms)
Voorbereiding
Kies 3 tot 6 inhoudelijke thema’s of blokken uit je training (bv. Feedback geven, Omgaan met weerstand, Vertrouwen opbouwen).
Voorzie per thema een grote envelop met het thema duidelijk op de voorkant.
Leg blanco indexkaartjes of post-its klaar (voor online: werk met digitale kaartjes op Whiteboard)
Stap-voor-stap
1. Reflectie
Toon alle thema-enveloppen op tafel of digitaal.
Vraag deelnemers: “Kijk naar deze thema’s. Welke vragen leven er bij jou over één of meerdere van deze onderwerpen?”
Elke deelnemer schrijft één vraag per kaartje (meerdere kaartjes mogen).
Alle vragen gaan vervolgens in de corresponderende envelop.
Optioneel: geef als richtlijn vijf soorten vragen, bv.
Wat begrijp ik nog niet?
Wat zou ik hierover willen leren?
Wat gebeurt er als…?
Waarom vinden mensen dit lastig?
Wat werkt in mijn ervaring?
2. Delen
Schud de kaartjes per envelop. Iedere deelnemer krijgt enkele willekeurige vragen uit een envelop die niet van henzelf is.
In duo’s of trio’s bespreken ze de vraag die hen het meest intrigeert:
Waarom is dit een interessante vraag?
Wat zou een mogelijk antwoord zijn?
Welke andere vragen roept dit op?
3. Synthese & Presentatie
Elk groepje kiest één vraag die ze willen presenteren.
Ze formuleren er een korte uitleg of verkenning bij: waarom deze vraag, wat hebben ze al bedacht, waar zitten nog blinde vlekken?
Presentatie aan de hele groep — als vraag en als reflectie.
4. Debriefing
Welke vragen triggerden je vandaag?
Wat is het verschil tussen een boeiende en een gesloten vraag?
Hoe kun je deze vragen inzetten als kapstok tijdens de rest van de training?
Volgende stappen
Gebruik de enveloppen verder doorheen de training als referentiepunten:➤ “We gaan het nu hebben over Feedback. Kijk even welke vragen in die envelop zitten.”
Laat deelnemers op het einde antwoorden formuleren op vragen die zij eerder trokken.
De vragen kunnen ook dienen als input voor casussen, rollenspelen of simulaties.
Variaties
Thema’s opbouwen: Laat deelnemers eerst samen de thema’s bepalen, en maak dan pas de enveloppen.
Expertvragen: Laat na de activiteit een expert enkele vragen beantwoorden of challengen.
Visueel: Laat deelnemers hun gekozen vraag visueel voorstellen (metafoor, beeld, strip...).
Zelf een activerende opleider worden? Check ons aanbod: